Slider09
Slider08
Slider07
Slider06
Slider05
Slider04
Slider03
Slider02
Slider01
previous arrow
next arrow

Dag 5 Mil

Dag 5
Millstatt naar Mauerndorf

Een in veel opzichten gedenkwaardige dag en etappe. Thema: pech en geluk.
Geluk hadden we al direkt met het schitterende weer waarmee we vertrokken. De mooiste en warmste dag tot nu toe.  Enigszins bedroefd waren we wel dat we de – op een griezelige manier op Marten Toonder lijkende – graaf Tacoli en zijn broer (meer type van oudere playboy) en hun prachtige villa aan het water moesten achterlaten. Maar na een stevig ontbijt binnen – buiten mocht niet van de strenge graaf – was iedereen rond half negen min of meer klaar voor de tocht, die volgens Harry de zwaarste tot op heden zou worden, niet zozeer in afstand, (ca 95 km)  maar vooral in hoogte meters (2700).  Het begon allemaal vredig en ontspannen, redelijk horizontaal langs de Millstatter See, Fred trekt de hele zooi.  In een dorp komen we langs de Bellobus, die voor een Spar staat waar Wim ongetwijfeld braaf boodschappen doet. Na ruim 10 km komen er  alarmerende berichten: de eerste pech dient zich aan. Wiebe heeft weer problemen met zijn derailleur, de schuldige is weer dezelfde: de Fietsenmaker in Dieren, die al een slechte track record had, en nu door Bello collectief wordt afgeschreven: schroefjes niet vast genoeg gedraaid!
Een plaatselijke sympathieke fietsenmaker biedt voor 14 euro uitkomst. De fiets wordt gerepareerd en Wiebe wordt per bus naar het koffieverzamelpunt gebracht (heel goed, 500 hm en 20 km uitgespaard). Gezamenlijk genieten wij van koffie en appelstrudel.  Vervolgens rijden we door een hooggelegen dal met fraai uitzicht op bergen, koeien en wat dies meer zij in Oostenrijk, totdat tamelijk onverwacht de klim begint . Dit is serieuze natuur! Na een flinke stijging komen we in een echt nationaal park (Nochberge), waar al het verkeer, behalve fietsers, Maut moet betalen om door te rijden. De bochten hebben hier namen  van beroemde Oostenrijkse sporthelden en zijn genummerd.De eerste is nr 52 en dat beloofd weinig goeds, want ze tellen af.  De weg heet Weg der Elementen. Van die elementen merken we niet zo veel, maar wel van enorme aantallen motorrijders, vooral harleys, die om de paar minuten in konvooi knetterend langskomen. Ik ben na 127 motorfietsen gestopt met tellen. Eindelijk, na kuitenbijtende stijgingspercemtages, zij het niet zo erg als gisteren, komen we op de top, waar we niet lang blijven want Wim vond het daar niks en heeftveen betere lunchplaats gevonden. 500 meter lager, dus alles voor niks geklommen, stond Maarten met een groot bello bord langs de kant, en dat was maar goed ook. Want Wim had zijn bus op een mooie, maar verscholen plaats geparkeerd. Op een idyllische weide, bij een kabbelend beekje werd de lunch genoten. En daar geschiedde het wonder: pech voor de een (losgeraakt tandwiel, lekke band), geluk voor de ander. Pieter had van het thuisfront vernomen dat hij de postocedloterij had gewonnen, dacht eerst aan een grap van Fred, wist vervolgens niet om wat voor prijs het gin, had de .hele nacht geen oog dicht gedaan en wat bleek: het was een echte prijs, een mooi bedrag, zelfs na fiscale bemoeienis. Proficiat!
Na de lunch nog even afdalen, maar daarna opnieuw omhoog. De eisentalhohe, net iets hoger dan de vorige top.  Hoewel geen officiële, door Harry gecertificeerde, stopplaats, is iedereen toch zo uitgeput dat men, in verschillende groepjes arriverend, zich op het gras naast de weg neervlijt. En toekijkt hoe de motorrijders zich de weg toeeigenen. Een bejaarde die zich te dicht bij een groengoude motorfiets bevond, althans naar de mening van diens eigenaar, werd verrot gescholden door een paar macho\’s met testosteronprobleem. Enkele bello\’s wilden zich ermee bemoeien, hun rechtvaardigheidsgevoel was te sterk, maar uiteindelijk besloten zij toch niette interveniëren. Ruud zou weliswaar hebben ingegrepen als een onzer fysiek zou zijn belaagd, maar toch. Merkwaardig was echter dat Ton later bemerkte dat zijn band plat was. Wraak van de Hells Angels?
Band geplakt, wij daalden af. en moeten weer stijgen… Naar de Schönfeldpass. Slechte weg, grit, afzien. Een enkeling is gaan lopen… Maar toen hadden we weer geluk: een prachtige afdaling, een paar procent naar beneden, zodat met weinig trappen flinke snelheid kon worden gemaakt.  Nog wat gemene hoogtemeters op het eind, en aan het eind van de middagintrigeert iedereen dan toch in Hotel Post in Mauterdorf, 500 jaar oud en volgestouwd met antiek. Een kordate dame stuurt ons naar een garage vol met  middeleeuwse kasten om onze fietsen te stallen. In de tuin drinken we onder de kastanjeboom bier en wijn en genieten we van een eenvoudige, maar voedzame Oostenrijkse maaltijd. Pieter trakteert op bubbels om zijn geluk met ons te delen. Wiebe, welbespraakt als altijd, zet de organisatoren Harry en Fred in het zonnetje, zij krijgen een fraaie handdoek, geborduurd met passende tekst. En meer veren in reten: Frank bedankt Arre, terecht, voor diens medische en vriendschappelijke bemoeiingen in verband met zijn valpartij en daaropvolgende trip naar het ziekenhuis.
Het is nu half tien, de heren zitten in de tuin aan de obstler en cognac. De sfeer is ontspannnnen. Het lijkt alsof ieder het idee heeft dat het zwaarste deel er op zit. Echter, morgen wordt een "gemiddelde dag" volgens Harry, dus dat doet het ergste vrezen…



Groet Rijck